We zwaaien de Engelsen weer uit. Nadat de laatste bouten van Sauf waren aangedraaid besloten wij om vandaag door te reizen. De plek in de haven was top maar we genieten meer van de natuur dan beton. De Engelsen willen nog wat kleine dingen aan de auto doen en komen dan achter ons aan. Wij willen tevens nog een simkaart en geld wisselen. De simkaart bleek weer ingewikkelder dan het was. Niet in elke shop mag een simkaart aan buitenlanders worden verkocht. Wij naar het vliegveld, maar daar werkte het niet. Net buiten het vliegveld zat een een kleine winkel die simkaarten mocht verkopen aan buitenlanders. Na anderhalf uur moeite hadden we een werkende sim. Weer bereikbaar zijn geeft een fijn gevoel. We knallen Luanda uit op weg naar een overnachting langs de kust. Onderweg blijven we kijken naar een witte stip van de Engelsen, maar helaas. Helemaal niks.

Voor de verandering komen we in de schemering op onze plaats van bestemming. Pal aan het strand, vlakbij een restaurant dat alleen in het weekend open is. We lopen wat rond en merken dat deze plek ons wel bevalt. We zetten ons pannetje op het vuur en gaan eerst genieten van een goed bord met nacho’s en het uitzicht. Wat wij niet weten is dat wij tijdens het rondlopen waren gadegeslagen door videocamera’s van de eigenaar van het restaurant. Na een half uur hoorde wij vanuit de verte een auto aan komen rijden. Onze eerste gedachten was, de Engelsen. Maar we hoorden geen geklapper. Het was de eigenaar van het restaurant. Een kleine tien kilometer verderop heeft hij een hotel waar we gratis op het parkeerterrein mogen overnachten. We mogen dan ook gebruik maken van zijn faciliteiten. Daarnaast; er zijn twee Nederlandse gezinnen op bezoek, kunnen we daar meer socialeizen als we willen. Het was voor ons alweer even geleden dat we andere Nederlanders hadden gesproken en de luxe van een resort lijkt ons zo slecht nog niet. En zo vertrekken we richting het resort.
We haken aan bij de twee Nederlandse gezinnen. De vaders hebben beide werkzaamheden in Angola en de gezinnen zijn hun laatste avond vakantie aan het vieren. De discussie komen snel opgang en ik geniet dat ik Nederlands kan praten, denken en discussiëren over verschillende visies. Of we het nu eens worden of niet. Voor mij zijn dit soort gesprekken geniet momenten. De afgelopen maanden heb ik deze bijna niet gehad. De avond voor mij is top. Het vakantiegevoel begint op te borrelen.
Om het vakantiegevoel extra leven in te blazen maak we ook gebruik van het ontbijt. Simpel en doeltreffend; thee, omelet en een klein bakje fruit. Totdat de rekening komt. We moeten meer dan veertig piek betalen voor een ontbijt voor twee personen. Omdat we gratis gebruik mogen maken van de faciliteiten voel ik mij bezwaard om er iets van te zeggen maar veertig piek voor een simpel ontbijt? Ik vraag advies aan de Nederlanders waar we gisteren mee hebben gesproken. Die verbazen zich ook over de prijs. Dit is wel heel duur, zelfs voor Angolese begrippen. De eigenaar van het hotel zit verder op rustig zijn koffie weg te drinken. Ik ben toch benieuwd wat de prijs zo hoog maakt en loop naar hem toe. Als hij hoort wat we moeten betalen voor het ontbijt explodeert hij van woede en roept zijn manager. Hij legt al jaren aan zijn personeel uit dat de prijs die vermeld staat in de kassa niet klopt. Ze blijven het alleen fout doen, daar wordt hij gek van (en de klanten ook). Het ontbijt is bij een hotelboeking inbegrepen en wordt automatisch in de kassa aangeslagen voor €20. P.p., iets met de belastingen van Angola. In werkelijkheid is de prijs 6 euro p.p.. Het personeel dient dit handmatig aan te passen wanneer niet hotelgasten een ontbijt nemen, zoals wij. We krijgen het ontbijt gratis. Terwijl wij weglopen horen we de eigenaar het personeel, waarschijnlijk voor de zoveelste keer, uitleggen hoe het werkt.

De rest van de dag slijten we met relaxen op het strand, lunchen en dineren in het restaurant, boekje lezen en hangen. Ja, het vakantiegevoel begint te komen.


Dat vakantiegevoel vergaat ook snel weer. Als we aan het einde van de

middag teruglopen naar Sauf zie ik iets wat ik niet wil zien. Onder de transferbox hangen druppels olie. Op de grond zie ik ook druppels liggen. De bak is meer gaan lekken. We bellen naar windhoek, naar een garage waar we goede recensies over hebben gehoord. De wijze waarop de afspraak gemaakt wordt en de problemen besproken klinkt professioneel en geeft vertrouwen. Over 10 dagen moeten we in Windhoek zijn. Dan gaat Sauf naar de echte autodokter. De komende 2500 kilometer moet Sauf het wel volhouden. Omdat we over tien dagen in Windhoek moeten zijn geeft het ons ook de mogelijkheid om te plannen. Door het vrije leven plannen we niks en zien we waar de wind waait. Klinkt ideaal, is het ook maar soms is een planning ook fijn. Door de vaste datum moeten we nu wel plannen en ik merk dat het mij gelijk goed bevalt. Weten waar ik de komende dagen aan toe ben doet mij goed. We zijn alleen wel benieuwd waar de Engelsen zijn gebleven. We waagde er een telefoontje aan. Het zat de Engelsen niet mee. Nadat ze de eerste 20 kilometer erop hadden zitten vanuit Luanda kwamen er weer hele vreemde geluiden uit de versnellingsbak. Toen ze onder de auto keken bleek de bak weer olie te lekken. Er zat voor hun niets anders op dan terug te gaan naar de garage.
Wat een hitte. De weergoden hebben bedacht om deze nacht geen zuchtje wind te laten waaien. De hitte in daktent is niet te dragen. Alles staat open, we hebben niks aan en het voelt alsof we in een sauna liggen. De watervallen zweet van onze lichamen zijn niet te tellen. Slapen is uitgesloten. Het is niet te doen. Bij het ochtendgloren weet ik niet hoe snel ik de tent uit moet komen. Dit was zo’n nacht die ik snel hoop te vergeten. Niet slapen door de hitte is een drama. Ik hoop dat het ontbijt het goed gaat maken. Een lang verhaal kort. Het ging weer fout. De rekening was weer veertig pik voor een thee, omelet en een bakkie fruit. Omdat ik mij voelde alsof ik 24 uur in een sauna had gezeten had ik niet de puf om er wat van te zeggen. Blijkbaar is de leercurve van het personeel hier voornamelijk vlak.

We zijn weer onderweg. In het midden van onze dag planning hebben we een goed restaurant staan, volgens IOverlander een speciaal restaurant. Mooi gelegen aan zee en goed voedsel. Prima tentje om een lange reisdag te breken. Eenmaal aangeschoven aan het tafeltje is het niets meer dan een juppentent aan het strand met alleen maar blanken. Er was alleen wel iets speciaal aan de hand in dit restaurant. Het keukenpersoneel liep in kleding van het Nederlandse cateringbedrijf Albron. Vanuit Facilicom heeft Lisa daar een jaar gewerkt tijdens haar trainee. Dat is grappig. De eigenaar kan het verhaal en de verbanden tussen Lisa en Albron waarderen. Het keukenpersoneel lijkt echter wat terughoudend. Alsof wij de kleren weer mee willen nemen naar Nederland. Het kost dan ook wat moeite om iemand bereid te vinden om op te foto te krijgen met de kleding. De uitstraling van de dame op de foto zegt misschien ook genoeg. Lisa waagde er gelijk een mail met foto aan naar Albron met een snelle reactie van het hoofdkantoor. In 2010 hebben ze vanuit Albron meegedaan aan een inzamelingsactie van bedrijfskleding en hebben ze zakken vol oude kleding opgestuurd naar Angola. Nu tien jaar later wordt het nog steeds gebruikt! Mooi resultaat! De eigenaar tipte ons wel dat hij graag nog een paar zakken van deze kleding wil omdat het zulke goede kwaliteit is. We hebben Albron op de hoogte gesteld.

Na onze buikjes gevuld te hebben (de kwaliteit van het eten viel helaas tegen) reizen weer door tot we een mooie plek zien om te overnachten. Sinds we de grens over zijn gestoken met Angola merken we dat Angola zo veel meer te bieden heeft dan we hadden verwacht. De natuur is fascinerend, de mensen zijn vriendelijk, de wegen zijn best goed en weinig politiecontroles. Deze avond staan we op een heuvel met uitzicht over zee. Er is niemand die ons lastig valt. Het is muisstil met in de verte de zee. Dit zijn de pareltjes tijdens het reizen. Er is alleen een kleine maar… we worden door de muggen verjaagd naar onze daktent.




We blijven lang liggen. We genieten van het uitzicht vanuit onze daktent. Ik kan het ook anders formuleren, we worden gedwongen om te genieten vanuit ons uitzicht omdat in de vroege ochtend er nog een overkil is aan irritante vliegen. Wanneer het warmer wordt verdwijnen ze. Wanneer ze zijn verdwenen pakken we de boel in. De dag die er opvolgt is eigenlijk niet boeiend. We rijden kilometers over een mooie goede geasfalteerde weg en slapen in het wild.

We worden gewekt door kooien. Inmiddels een bekend tafereel. Ditmaal zat er alleen een stier tussen ter grootte van de hulk. Wat een joekel van een beest. Nu ben ik opgegroeid tussen de koeien en ben ik er niet bang voor. Maar een stier trekt altijd mijn aandacht. Voetje voor voetje kwam de stier ook steeds dichterbij. Aan zijn lichaamshouding was op te maken dat hij op scherp stond. Ontspannen zag hij er niet uit en maakte briesende geluiden. Waarschijnlijk staan we precies op zijn stukje lievelingsgras. Gezien de gespannenheid van de stier gaan weer terug naar onze daktent, wachten tot deze spierbonk er weer vandoor gaat met zijn vrouwtjes.


Op internet had ik gelezen dat je in Angola kan duiken. Niet een plek om als eerste aan te denken maar ze liggen natuurlijk wel aan zee. Het is even geleden dat ik mijn lucht diep onderwater heb uitgeademd maar echt verleren zal ik het wel niet. Van de plek waar we nu zijn naar de duik locatie is slechts twee uur rijden. Een comfortabele afstand. Voor we bij de duikschool aankomen wil ik Sauf alleen aan de onderkant schoongespoten hebben. We hebben de afgelopen dagen over het strand gereden en zout en een Toyota gaan nooit goed samen. Het verschil met alle andere keren is dat ik het graag zelf wil doen en niet laten doen. Er zitten inmiddels genoeg krassen op de auto door de gebrekkige hand oog coördinatie van verschillende autowassers. We rijden een paar autowas locaties af maar nergens mag ik het zelf doen. Ik begin inmiddels te twijfelen of ik het dan maar niet moet laten doen? We proberen het nog één keer. Sauf staat nog niet geparkeerd of de mannen willen alweer aan de slag. Als ik ze uitleg dat ik het graag zelf wil doen en ALLEEN de onderkant krijg ik gezichten alsof ik ze vertel dat vuur in water kan veranderen. Ze snappen er niks van, alleen de onderkant? Mijn Portugees is niet voldoende om uit te leggen waarom ik dit wil. Ik mag het zelf doen maar dan moet ik wel meer betalen. Ik geef ze een handdruk, geef ze het geld en mag ‘eindelijk’ weer een keer zelf mijn auto schoonmaken. Tien minuten later hebben Lisa en ik een wonderschone Sauf aan de onderkant. Als dank heb ik ze fooi gegeven voor het niks doen en nergens mee bemoeien.

Afgezien van het ontbijt en zelf Sauf wassen tegen betaling, ben ik benieuwd naar het bedrag dat jullie uitgespaard hebben met opletten en onderhandelen. Vast een enorm bedrag 😀
LikeLike
We hebben samen met een andere Nederlander een berekening gemaakt. Het bedrag ligt tussen de €3000,- en €4000,-!
Dat is dus heel veel geld.
LikeLike