Het is vandaag Valentijnsdag. Mijn cadeau aan Lisa is DRC uit te komen en Angola in. De grens ligt op tien kilometer afstand, dat moet dus wel lukken. Daarbij hebben we het voordeel dat de Engelsen gebrand zijn om DRC uit te komen. Wij vonden DRC zeker geen toppertje, eerder vervelend maar minder erg dan Nigeria. Imran en Fatima zijn Nigeria redelijk doorgekomen, zij hadden een toeristen visa in plaats van een business visa maar ervaren DRC bijna als de hel. En dan overdrijf ik niet met mijn schrijven. Hun motivatie om Angola binnen te komen is dus groots.




Henk was zo lief om op de fiets vers brood voor ons te halen om de dag goed te beginnen. We wisselen verhalen uit over de reis en wensen elkaar het beste. Voor we bij de grens tussen DRC en Angola komen hebben we nog een hobbel te nemen. Een road block waarbij ze toeristen afzetten en niet akkoord gaan met eerder betaalde tol. Als we bij het road block aankomen zien we meerdere mannen die hangen in hun stoel. We stoppen, zwaaien, vragen hun aandacht maar niemand reageert. Na twee minuten stil gestaan te hebben, ik ben zelfs uitgestapt maar niemand zei iets of kwam naar ons toe, zijn we doorgereden naar de grens. Qua locatie was het een bijzondere grens. De weg ernaartoe was stijl. De grenskantoren waren klein en dicht bij elkaar. De mensen liepen niet in uniform, al is dat ons niet geheel vreemd, wel onhandig. Samengevat, we hadden eigenlijk geen idee bij wie we moesten zijn. Gelukkig wijzen de andere aanwezigen ons de weg. In dit geval kwamen de beambte ook naar ons toe en zo rolden we het bekende proces in. Terwijl de papieren worden ingevuld, kopieën worden gemaakt, paspoorten en gele boekjes worden overgeschreven is het wachten op de grote man die ons een stempel in het carnet kan geven. Terwijl we aan het wachten zijn komt een man, die ik eerder had gezien bij de road block, briesend binnen. Hij is boos, heel boos. We zijn namelijk bij de road block door gereden en hij wil ons bewijs van betaling zien voor de tol. Ik geef de voorkeur dat alles qua papieren eerst is geregeld en dat deze man mag wachten totdat wij en de auto uit DRC uit zijn gestempeld. Als hij moeilijk doet is het een toefje gas geven en wij zijn in Angola waar hij geen rechten meer heeft. Gezien zijn opgefoktheid had ik er een hard hoofd in dat het makkelijk zou worden. Als alles is geregeld loop ik met een happy face naar de man die nog steeds bij Sauf staat te wachten. Ik laat hem het bewijs zijn wat we eerder met veel moeite hebben gekregen. Hij checkt de kentekenplaten en geeft aan dat het akkoord is. Ik sta aan de grond genageld. Dit had ik niet verwacht. Voor de zekerheid vraag ik het nog een keer of het echt goed is. De man geeft een bevestigend knikje.

Het in stempelen voor Angola gaat soepel. De mensen zijn super vriendelijk, willen ons graag helpen, er waren geen fixers of andere irritante lui maar toch was er een probleem. Ze wilde allemaal kopieën hebben, wat niet heel vreemd is, maar ze wilde de kopieën van het paspoort en het visum op een pagina, en dat hadden we niet. En dan? Mogen we knippen en plakken. Zo zorgen we ervoor dat alles op een pagina staat. De beambte moest voor de zekerheid nog even overleggen maar kwam snel terug. Het was goed. Maar we moesten het wel netjes doen! Met schaar en lijm gingen we gevieren aan het knippen en plakken. Nadat de laatste lijm was opgedroogd toonden we onze creatie aan de beambte. Hij was trost op ons. We kregen de stempel en mochten nu het echte grote Angola in, met een prachtig uitzicht!!!




De route die we namen was een route die niet op het wensenlijstje van een Overlander staat. Hij is stijl, blubberig, weinig overnachtingsplekken en dwars door de middle of knowhere. De keuze om deze route te nemen was omdat we niet nog een dag langer in DRC wilden verblijven. Al vlug maakte de route zijn naam waar.


Ondanks de mooie uitzichten was het moeilijk rijden. Een paar keer komen we bijna vast te zitten en dan gebeurt het toch echt. Wij zitten vast. Ik neem het stuur over van lis, en met vereende krachten krijgen we Sauf eruit zonder lier, schep of andere middelen waar we geen zin in hebben om die te gebruiken.

Helaas waren we niet de enige die moeite hadden met de weg. Ook vrachtwagens nemen deze kortere route. We zitten aan het begin van het regenseizoen, voor de vrachtwagens wordt het de komende dagen steeds moeilijker. Over een week of twee is de route niet meer mogelijk. Als we weer verder zijn gehobbeld nadat we hebben vastgezeten komen we bij en colonne vrachtwagens. De voorste zit muur vast, al drie dagen. Daarachter staan nog tien vrachtwagens die ook drie dagen staan te wachten. Terwijl de mannen met alle mogelijk kracht de vrachtwagen proberen los te krijgen vloeit het bier rijkelijk. En dat bier zit mij niet lekker. Sommige kijken al glazig uit hun ogen. Vanuit het optiek van de vrachtwagenchauffeurs moesten wij makkelijk langs de gestrande vrachtwagen kunnen. Mijn idee was echter anders. Dat kon niet. De overhang was te hoog waardoor wij zouden omvallen. Na wat overleg willen ze wel ruimte maken, tegen betaling. Wij willen erlangs dus dan moeten wij betalen. Ik geef gelijk akkoord. Het maakt me ook niet uit hoeveel. Twintig vrachtwagenchauffeurs die dronken zijn en al drie dagen vast zitten, daar moet je niet te moeilijk bij doen, zeker niet omdat Lisa en Fatima bij ons zijn. Door ons akkoord voor de betaling zijn ze zeer behulpzaam. Eerst gaat Imran langs de vrachtwagens wat maar net goed gaat. De oudste van alle vrachtwagenchauffeurs beseft nu dat wij er niet langs kunnen. Wij zijn breder en zwaarder. De vrachtwagen die vast ziet wordt opnieuw verplaats en nu kunnen wij erlangs. Qua betaling geef ik ze meer dan afgesproken, ze lijken er oprecht blij mij. Door een misverstand betaald Imran ook, ze krijgen dus dubbel. Het is ze gegund. Drie dagen vast zitten is geen pretje en alles verliep soepel.

Voor de nacht vinden we een mooie beschutte plek net buiten een dorp. De lokale bevolking is nooit ver weg en al snel melde zich de eerste nieuwsgierigen. Ze vinden het prima als we een nachtje buiten het dorp verblijven. Het leek alleen of de onbesproken voorwaarde was dat het gehele dorp even een kijkje neemt bij de vreemde Europeanen. Ik heb de mensen die voorbijkwamen niet geteld. Het waren er veel. Als we in de avond in bed liggen tijdens de regen zijn Lis en ik blij. We zijn in Angola en zijn bijna in Namibië. Onze vakantie van drie maanden in Namibië, Botswana en Zuid-Afrika begint te lonken.


Waar ik het idee van haalde weet ik niet. Maar het leek mij leuk om van de gebaande paden af te gaan. De afgelopen dagen hebben mij veel energie gekost en een beetje spelen met Sauf kan geen kwaad, dat geeft mij energie. Op de kaart staat een minuscule weg die naar mijn idee mogelijk moet zijn om te berijden. Het scheelt 125 kilometer naar de plek van bestemming waar we moeten zijn. De Engelsen denken anders over mijn ter sprake gebrachte route.. Die gaan liever voor de gebaande paden. We maken er een wedstrijd van; wat is sneller, binnendoor of buiten om?
Na 60 kilometer splitsen onze wegen. Wij hoeven er dan nog maar 72 en de Engelsen 200. We weten niet gelijk de goede weg te vinden maar na wat vragen komen we op het juiste spoor. De weg is veel beter dan we hadden verwachten en er staan zelfs wegwijzers langs de kant van de weg.


De kilometers vliegen erdoorheen. Als we nog een kilometer of 35 te gaan hebben begint de weg alleen slechter te worden. Er komen meer plassen in de weg, de modder neemt toe, de kuilen worden groter, er zitten stijlen stukken tussen, de weg is soms helemaal weg en de navigatie gaat van links naar rechts. We volgen bandensporen die er staan, hopende op een plek uit te komen waar leven is. Oftewel, we hebben geen idee waar we zijn, de navigatie doet het niet meer en de tijd begint te dringen. In het begon vond ik de route leuk.


Maar na zeven uur rijden ben ik er klaar mee. En we moeten nog een uur. We houden ons zelf voor dat we beter nu moe zijn van moeilijke stukken offroad rijden dan asfalt moe. Dat kunnen we altijd nog in Europa doen. En zo hobbelen we met een gangetje van tien kilometer per uur over de laatste kilometers, hopend en wachtend op de asfaltweg die komen gaat. En dan, uit het niets doemt er een dorp op. De weg wordt begaanbaar en steeds beter en beter. Het begint inmiddels te regenen maar het deert ons niet. De navigatie weet de weg ook weer te vinden en we weten dat we er nu bijna zijn. We hebben al een overnachtingsplek in gedachten. Op dit soort momenten is het alleen vervelend als je denkt een overnachtingsplek te hebben gevonden dat deze niet meer bestaat of niet te vinden is. Gelukkig weten we plekje te bemachtigen bij een telefoonmast. Alle telefoonmasten worden beveiligd door de lokale bevolking. De mensen die de masten beveiligen krijgen een stukje grond om de telefoonmast waar ze hun huis mogen bouwen. Wij hadden de eer om er naast te mogen staan. Het geven van twee blikjes cola was voldoende voor twee blije gezichten. Daar waren ze ziels gelukkig mee. Wij zijn benieuwd waar de Engelsen zijn. Als we Sauf hebben uitgeklapt is het inmiddels donker en verwachten we niet dat de Engelsen nog ‘on the road’ zijn.




Onze overnachtingsplek is op drie meter van de weg. Het verkeer rijdt er gemiddeld met een snelheid van 80 à 100 kilometer per uur langs, vrachtwagens zijn de voornamelijk gebruiker van deze weg. Uitslapen zit er niet in. Vroeg pakken we Sauf in om koers te zetten naar, we hebben nog geen idee maar het is in ieder geval richting Luanda en vandaag gaan we niet ver rijden. Als we tien kilometer onderweg zijn zien we een bekende kleur witte Land Rover. De Land Rover gaat allen langzamer dan normaal. We twijfelen of het Imran en Fatima zijn. De auto stopt en we parkeren ernaast. Fathima had haar eerst Afrikaanse autorit achter de rug. Ze had tijdens de reis nog geen een keer gereden. Nu de weg kaarsrecht was en bijzonder rustig vonden ze het een mooie moment om te Fathima te laten oefenen met rijden in Afrika. Gezamenlijk willen we nog een nacht doorbrengen om onze reis definitief af te sluiten. Imran en Fatima willen zo snel als mogelijk is richting Tanzania, naar familie en vrienden om vervolgens naar huis te keren voor het begin van de Ramadan.
We vinden een plek op het strand bij een restaurant dat alleen in het weekend open is. Het is zondag maar er zijn nauwelijks klanten te bekennen. We mogen een plekje uitzoeken op waar we willen. Gisteren hebben we veel gevraagd van Sauf en nu rammelt er ook bij ons het een en ander. Na een korte inspectie blijkt dat het mistlicht voor los hangt, de richtingaanwijzers het niet meer doen, de stabilisatie rubber rechtsvoor het heeft begeven (die is in Cameroon vervangen dus lekkere kwaliteit) en dat de remmen achter niet goed werken. Het mistlicht is snel gemaakt en de richtingaanwijzer blijkt een geplofte zekering door de stekker voor de aanhanger. De overige punten bewaar ik voor groot onderhoud in Namibië. We gaan eerste genieten van waar we staan.

En weer een bijzonder avontuur. Ditmaal zonder hinderlijke grens- en wisselproblemen. Mooie foto’s ook. Ben alweer benieuwd naar het volgende verhaal.
LikeGeliked door 1 persoon
Ik lees jullie verhalen weer met veel plezier, zeer avontuurlijk en soms ook wel angstig.
Maar jullie zijn doordauwers. Benieuwd wat ik nog te lezen krijg.
LikeLike
Fijn als het weer eind goed, al goed is aan het einde van een dag. Heerlijk lijkt het me, als je dan zo’n mooie plek hebt met de rust van de branding.
LikeGeliked door 1 persoon