Als we wakker worden beseffen we dat we weer een grens verder zijn. Ons doel Kaapstad komt steeds dichterbij en het geeft ons de energie die we nodig hebben. De energie is namelijk niet ruim aanwezig. Er blijft een constante spanning bij mij aanwezig of we Kaapstad gaan halen, of de auto het haalt en welke verrassingen de komende landen in petto hebben. Ontspannen reizen zoals ik eerder heb gedaan is het niet. Het nadeel is dat ik ook minder geniet van de mooie dingen die om ons heen gebeuren of de natuur. Ikzelf zit in een soort twee strijdt hoe ik hier mee om moet gaan maar krijg er geen antwoord op. Het gebrek aan een sparrings maatje om over onze belevingen te praten maakt het er voor mij niet makkelijker op. Iemand met een outsiders perspectief helpt mij altijd om de zaken te relativeren en te denken… ow jaa, het valt allemaal wel mee. Die is er niet dus we moeten verder. En dat doen we ook!
Als we ons dingetje weer gedaan hebben en Sauf staat te trappen om verder te gaan lopen we naar de eigenaar van het hotel. We vragen hem met hoeveel valuta we hem kunnen verblijden na onze overnachting. De man maakt een wegwuivend gebaar. “Hoezo betalen? Je hebt in je tent geslapen, dan hoef je niet te betalen. Geniet van het reizen.” We bedanken de man en gaan naar ons volgende doel van vandaag. Bij de grensovergang hadden we toestemming gekregen om het land in te mogen maar niet de officiële stempel ontvangen dat we legaal in het land zijn. Daarvoor moeten we naar een klein kantoor in het centrum van dit grensstadje. We gaan te voet. Het valt ons op hoe vredig dit stadje is. Het straatbeeld is rustig, niemand zit ons raar aan te kijken of komt ons vragen stellen. We kunnen rondlopen zonder gestoord te worden. De temperatuur is behaaglijk wat het rondlopen en kijken in deze stad een aangenaam tijdsverdrijf maakt. Aangekomen bij het kantoor mogen we naar binnen, moesten we papieren laten zien en voor we het wisten stonden we alweer de frisse buitenlucht in te ademen. Dat zien we graag!
Buiten komen we de Sweden weer tegen. Ze hadden op de grens moeten slapen omdat ze net iets later dan wij waren en Gabon de grenspoort al dicht had gedaan. Het was hun desondanks goed bevallen. We wisselen weer verhalen uit en gaan gezamenlijk opzoek naar een simkaart. Een tafereel wat altijd veel tijd in beslag neemt maar na wat moeite hebben we weer een werkende telefoon met internet. (zij had bij de grens een simkaart gekocht maar bleken achteraf opgelicht te zijn, ze hadden een niet werkende simkaart gekregen en 50 keer zo veel betaald als normaal) We nemen afscheid van de Zweden en vervolgen onze weg het stadje in om boodschappen te doen.

Zonder veel toeschouwers en gebedel slenteren we over de lokale markt. We kopen wat we nodig hebben en gaan terug naar Sauf. Als we er bijna zijn maakt Lis een snoekduik naar de grond om te kijken of de asfaltsteentjes wel voldoende zijn aangedrukt. Haar conclusie is dat het voor Afrikaanse begrippen niet slecht is gedaan, het is alleen jammer dat haar linkerknie openligt en ze daardoor minder goed kan lopen.
Als we de eerste vijftig kilometer achter de rug hebben komen we tot een positieve indruk over Gabon. De wegen zijn perfect, in de dorpen ligt geen afval op straat, de natuur is mooi groen en de mensen zijn vriendelijk.

We balen nu al dat we zo snel door Gabon moeten omdat ons visum verloopt.
Op Ioverlander staat een restaurant waar we moeten stoppen. Anders hebben we een highlight gemist. Bij dit restaurant schijnt er een meer dan uitstekend broodje kebab te scoren. Toeristisch als wij zijn laten we deze kans niet aan ons voorbij gedaan. In rap tempo worden twee broodjes bereid. Ik kies ervoor om de lokale versie te nemen en Lis de aangepaste versie. Lis had een verstandige keuze gemaakt. Wat mij even was ontschoten is dat de Afrikanen over het algemeen van zeer pittig eten houden. Het broodje deed ook niets anders dan mij in vuur in vlam te zitten. Niet betreffende Lis of het reizen maar de pepers die erin zaten, man wat was dit heet! Met moeite eet ik uit beleeft het broodje op. De maker van dit bijzonder pittige broodje stond mij nieuwsgierig aan te staren wat ik van zijn broodje vind. “lekker, maar iets te pittig”
We gaan weer wildkamperen. Het is lang geleden dat we alleen hebben gekampeerd. We klappen de boel uit, flansen het eten in elkaar en kruipen onder de wol in de tent. We worden getrakteerd op een avond vol onweer. De regen blijft een lange tijd uit maar uiteindelijk begint het bij ons dan ook los te barsten. Onder het genot van de regen die op het tentdoek valt vallen we inslaap.
Als we teruglopen naar Sauf komen we tot de ontdekking dat we vandaag 150 dagen op reis zijn EN dat we vandaag de evenaar gaan passeren. Een mooie samenloop van omstandigheden. Dat moet gevierd worden bij de evenaar.
De vorige avond waren we via de what’s app benaderd door andere overlanders. Een Engels stel dat via Namibië onderweg is naar Tanzania en graag een deel van de reis samen willen optrekken. Ze staan 80 kilometer achter ons op een andere plaats, bij de club uit Zweden. Het is bijzonder hoe men elkaar tegen weet te komen in dit soort landen waarbij vele wegen naar Rome leiden. We staan ervoor open om samen op te trekken maar willen eigenlijk ook nog even genieten dat we weer met ze tweeën zijn. We hinken op twee gedachten. Terwijl we ons ontbijt op eten zien we het Engelse koppel voorbijrijden. We zwaaien maar zij zien ons niet. We zien wel of we ze tegen gaan komen.

We klappen de boel weer in en zetten koers richting de evenaar. Het blijft genieten om door Gabon te rijden. De natuur, de mensen en beperkte controles. We komen bij de Evenaar. Een duidelijk mankering of iets is er niet te vinden. Als je niet oplet rijd je er voorbij. Als we Sauf geparkeerd hebben komen we tot de conclusie dat we niet alleen zijn. Naast het Engelse kopel zijn de Zweden ook van de partij en druk bezig met een fotorapportage van deze mijlpaal tijdens de reis. Voor ik het weet sta ik met meerdere Zweedse telefoons in mijn hand om het op het eeuwige digitale doek vast te leggen. Bij deze evenaar is alleen één klein minpuntje te noemen. Het stikt er van de vliegen!!! Niet normaal. We worden letterlijk aangevallen. Sommige bijten, sommige niet. Het is er niet uit te houden. De Zweden kiezen dan ook eieren voor hun geld en gaan er weer vandoor. Wij willen nog een paar foto’s maken en Lis heeft het al weken over de watertruc die ze daar wil doen. We zetten onze kiezen op elkaar om geen last te hebben van de vliegen en maken de foto’s en doen de watertruc. Het water draait inderdaad andersom als je de evenaar overgaat (ik weet even niet meer of het rechts of links om was). Lis vond het voldoende om te bevestigen dat er een verschil is tussen het noordelijk en zuidelijkhalfrond. Ik stem in! snel wegwezen.


Ons doel was vandaag om door te reizen naar een bergdorp van waaruit er trekkings gemaakt kunnen worden naar in het wild levende apen. Er is uiteraard geen garantie dat je ze ziet, maar de kans schijnt vrij groot te zijn. We waren alleen gewaarschuwd voor twee punten als we die kant op gaan, 1) de weg ernaartoe is erbarmelijk slecht en 2) het stikt daar van de vliegen en muggen. In eerste instantie willen we ons niet weerhouden door deze twee punten. Als we de weg zijn in geslagen naar het dorp en we meer dan een kwartier aan het hobbelen zijn kijken we elkaar en vragen we af waar we mee bezig zijn? Hebben we zin om meer dan twee uur over een slechte weg te hobbelen, nee. Hebben we zin om belaagd te worden door vliegen en muggen? Nee. We stappen uit om te genieten van de natuur en te overleggen wat we gaan doen. De belaging van de vliegen en muggen maakt gelijk de doorslag. Onze humeur schiet gelijk naar nul en verleggen is niet meer nodig, we draaien om en rijden verder richting het zuiden. Voor we echt verder gaan wil ik toch nog even een drone filmpje maken. Deze natuur wil ik niet vergeten. Ik stap uit, zet mijn kiezen op elkaar, maak een snelle vlucht met de drone en spring met drone de auto weer in. Als ik de drone bekijk na de vlucht zie ik dat de wieken enkele vliegen van het leven heeft beroofd en dat deze dood zijn geslagen op de drone zelf, zoveel vliegen zijn er dus.



We cruisen verder richting het zuiden en om en om halen de Zweden, de Engelse en wij elkaar in. Het lijkt een estafette. Bij een waterpunt komen we tegelijk aan. Voor elf man water vullen is een drukte van bedoeling die ook door het dorp werd gade geslagen.



Deze avond willen we nog even alleen slapen. We hebben een plek gevonden bij een groeve die wordt beheerd door Chinezen. Als we ’s avonds vroeg op bed liggen, verjaagt door de muggen, horen we iemand om Sauf heen lopen. Mijn hartslag gaat omhoog omdat ik weinig kan zien en onszelf kwetsbaar vindt in de tent, de onveiligheid in deze landen ben ik niet helemaal vergeten. Het beste in dit soort gevallen is contact maken. Als ik de man (of vrouw) aanroep horen we hem wegrennen. Het geeft geen fijn gevoel om met deze gedachte te gaan slapen. In de ochtend loop ik nog te doezelen als ik weer iemand om Sauf heen hoor scharrelen. Nog redelijk duf omdat ik net bij Klaasvaak ben vertrokken kijk ik door ons raam naar buiten. Het is een Chinees. Een gesprek over onze reis staat op dit tijdstip niet op mijn lijstje dus we houden ons nog even stil tot dat… tot dat de man de lader op klimt om de tent in te kijken. Dat gaat mij net iets te ver. Met een vriendelijk “bonjour” heet ik hem welkom. Hij schrikt zich te pletter en springt het trappetje weer af. In het Frans Chinees vraagt hij of alles goed gaat. Alles gaat zeker goed, en dan vertrekt hij.
Nu de man weg is kunnen we rustig wakker worden. Als ik de tent rondkijk zie ik een klein soort fruitvliegje. Het aantal is meer dan ik zou willen. Langzaam voel ik ook de jeuk opkomen op mijn armen en benen. Deze ellendige beestjes hebben ons vannacht compleet lek geprikt met een jeuk die met geen pen te beschrijven is! Dat wordt krabben de komende dagen. Fictief kopen we aandelen tijgerbalsem die de jeuk tegen moet gaan. Smeren maar.
We rijden naar het dichtstbijzijnde dorp om brood te halen. En wie komen we daar tegen? De Engelse. We babbelen weer bij wat betreft de ervaringen en besluiten gezamenlijk het e-visum aan te vragen voor Angola. Het e-visum is nog niet zo lang in gebruik en het is niet helemaal duidelijk of het ook voor Overlanders mogelijk is. Het voordeel van deze e-visa is dat je pas bij de grens het visum hoeft te betalen, dus een afwijzing maakt niet uit, behalve dat we om moeten rijden naar Brazzaville om daar het visum te halen. We hebben alleen internet nodig en de Engelse een computer. We hebben gelukkig een computer maar bijna geen internet meer, de engels hebben internet maar een probleem met hun teledoon. We spreken een hotel af 180 kilometer verder op waar ze vermoedelijk goede wifi hebben, daar kunnen we het Angola e-visum dan aanvragen.
Het hotel blijkt een presidentieel hotel te zijn, zoals ze het hier noemen. Het is één van de hotels waar de president met regelmaat slaapt. Het ziet er voor Afrikaanse begrippen spik en span uit. De wifi is alleen erbarmelijk slecht en 3G even min. Na twee uur stoeien hebben we de aanvraag klaar staan maar is ons eigen internet op en is de wifi niet voldoende om alles up te loaden. Het is er ook bloedheet. Als ik water uit Sauf ga halen kom ik tevens tot de ontdekken dat de andere kant van het roofrack ook begint te scheuren. Een slechte nacht, een bloedhitte, slecht internet voor wifi en reis moe maakt dit een combinatie waar ik niet echt een gezelliger mens van word. Niet veel later komen gelukkig de Engelse binnen. Zij hebben nieuwe data gekocht zodat we toch onze e-visa kunnen uploaden. Alleen nu had hun telefoon nog steeds kuren. Na de simkaart in verschillende telefoons te hebben gedaan bleek Lis haar telefoon te zijn waar de simkaart werkte. Na een hoop gedoe was de aanvraag er eindelijk door. Helaas was er geen tijd voor Imran en Fatima (zoals het Engelse koppel heet) om hun aanvraag in te dienen omdat de zon onderging. We rijden liever niet in het donker. We doen de aanvraag wel op de overnachtingsplek. En wat voor één!



Hoe is het met je knie, Lisa? Nu mooie ervaringen in Gabon.
LikeLike
Mijn knie is weer helemaal in orde hoor! Hij moet nog even bijkleuren met de rest van mijn been en dan zie je er niks meer van 🙂
LikeLike