Het is veertien dagen geleden en drie landen verder dat ik de laatste blog heb geschreven. Het is niet dat we in de afgelopen dagen weinig hebben meegemaakt, integendeel. Ik kwam er niet aan toe. Een korte uitleg.

Enkele malen is ons de vraag gesteld; hoe is jullie vakantie? Eén keer is ons gevraagd of we misschien niet toe moesten geven dat de reis die we maken (erg) zwaar is. Op deze laatste vraag wil ik dieper ingaan. We zijn meer dan vier maanden onderweg. We zitten iets over / op de helft van onze reis. Op zeven september, dat is datum dat we onze reis begonnen, hadden we weinig tot geen ervaring in de wereld die overlander heet. De term overlander is niets anders dan met de auto, motor of openbaar vervoer grote afstanden afleggen over land. Eerder heb ik veertien maanden gereisd en ervaring opgedaan met reizen. De reis die ik destijds maakte is in vele opzichten anders dan wat wij nu doen. De landen die ik toen bezocht; Rusland en Mongolië waren georganiseerd en hoefde ikzelf weinig te doen behalve een fotootje te maken en vooral genieten. Daarna ging ik vier weken in China backpacken, een pittige reis met veel indrukken maar daarna kwam Indonesië, lekker relaxen en goed ingespeeld op het toerisme. Ik kon op adem komen. Daarna kwamen Australië en Nieuw-Zeeland wat ik als vakantie heb ervaren alsmede ook de latere landen in Azië. Zuid-Afrika was een stage in combinatie met reizen maar ook goed ingespeeld op toerisme en was er genoeg tijd om bij te komen.
Het verschil is dat we nu alles met de auto afleggen. De mooie stukken en de saaie stukken. Elke dag staan we midden in de samenleving. We stoppen waar we willen en rijden door waar we willen. Alleen kunnen we niet altijd alles ontwijken. We komen ook op plekken waar we eigenlijk niet willen zijn maar waar we door omstandigheid wel komen. Daarnaast ontmoeten we elke dag tientallen mensen, hebben we te maken met veel politie (dus ook corruptie) maar zijn we ook elke dag bezig met onze veiligheid. Daarnaast houden we ons bezig met het plannen van onze route en waar we kunnen slapen. Het rijden vraagt hier veel energie. De meeste weggebruikers hebben geen rijbewijs en de wegen hebben altijd een verassing in petto als het gaat om gaten en hobbels. Hetgeen waar ikzelf geen rekening mee had gehouden is dat het in deze contreien moeilijk is om een goede nachtrust te maken. Ze houden in West-Afrika van muziek, veel muziek en harde muziek. Ze beginnen vroeg in de ochtend en gaan tot drie / vier uur in de nacht door. Als het eindelijk stil is worden we om vijf uur liefkozend gewekt door “Allah Hakbar” of de lokale dorps omroepen (die hebben ze hier nog steeds). Een volledige nachtrust heb ik voor een lange tijd niet gehad. En dan heb ik nog niet eens gehad over het lawaai van het verkeer en de generatoren en zo kan ik nog wel meer factoren opnoemen.
Ghana was een vakantie in onze reis maar als ik erop terugkijk hebben we veel gedaan en gezien. Dit maakt dat ik mij niet 100% heb kunnen opladen. Sterker nog, ik vraag mij af of het in West-Afrika kan. In Benin zijn we een Amerikaans stel tegen gekomen die een drieweekse vakantie hadden gepland door Senegal en Benin. Ze zijn begonnen in Dakar. Na vier dagen hebben ze overwogen om terug te vliegen naar Amerika omdat het te veel was. Ze konden de rust niet vinden. Iets wij heel goed kunnen voorstellen maar hoe leg je dit uit aan mensen die West-Afrika niet kennen? We beseffen ons dat het moeilijk uit te leggen is, laat staan als we langer dan vier maanden weg zijn met alle indrukken die we op doen. We kunnen ons ook verstellen dat het voor de thuisblijvers moeilijk is voor te stellen hoe wij onze dagen doorkomen maar vooral ook de ervaringen die wij op doen. Met dit schrijven hoop ik het vorm te geven maar ook de vraag te beantwoorden of het niet tijd is om toe te geven dat onze reis zwaar is. Het antwoord op de vraag: ja, het is zwaar om door West-Afrika te reizen maar zeker de moeite waard! Nu al een reis om nooit te vergeten.

Het bandje bij nieuwjaar
Ons vuurwerk!

Terug naar waar wij waren. We laten ons paradijselijke verblijf achter ons op 1 januari 2020. Terwijl we wegrijden en hobbelen over de weg langs het strand praten we na over onze jaarwisseling. De gehele setting was perfect! De locatie, het strand , het weer, de muziek, het eten maar toch, toch had het geen wauw factor. De setting van het hotel waar we verbleven was klein. De culturele achtergrond van de bezoeker was gemixt maar alle gasten waren op zichzelf gericht. Een gezellige babbel zat er niet in. Het maakte het ook wel meer intiem. We hebben met z’n tweeën nieuwjaar gevierd. Niemand, zelfs het personeel niet, heeft ons een gelukkig nieuwjaar gewenst na 00:00 uur. Al was 00:00 uur nog wel een dingetje. Zoals het een goede Afrikaan betaamd was de DJ te laat met aftellen. Zo luidde hij de jaarwisseling in om precies 00:05 uur. TIA (This Is Africa)

De weg langs het strand richting de grens.

Door de jaarwisseling hadden we een kort bezoek bij Klaasvaak, iets minder dan zes uur. Ons doel is om zo fit mogelijk bij grensovergangen aan te komen, wat met vijf uur slapen niet echt lukt, maar we kiezen ervoor om richting de grens van Ghana en Togo te koersen. We verwachten dat de rust bij de grens ons beter zal doen dan een nacht langer blijven op de plek waar we zijn. We nemen niet de dichtstbijzijnde grens, dat is de hoofdgrens en die zijn altijd druk en chaotisch. We pakken een grens 40 kilometer noordelijker. Het is even stofhappen maar dan duikt er een gloednieuwe weg op naar de grens. Overal staan borden dat we tol moeten betalen maar er is geen hokje te bekennen waar wij onze valuta mogen inleveren. De grens is een mooi nieuw complex waar de ambtenaren liggen na te doezelen van hun jaarwisseling. Door onze aankomst wekken we ze ruw uit hun slaap. Het is over twaalf en we zijn de eerste van vandaag. Of het nu komt door de jaarwisseling of doordat wij moe zijn, het Engels praten is hier kansloos, niet te verstaan. Het kan natuurlijk ook zijn dat ons Frans gewoon zo goed is geworden. We gaan verder op zijn Frans terwijl we met een Ghanese beambte hebben te maken. Het verschil met de grote drukke grens en deze nieuwe kleinere grens is dat ze niet het standaardvisum hebben die zo in onze paspoort geplakt kan worden. Middels een crea Bea wijze wordt er geknipt, geplakt, gestempeld en geschreven. De vrouw die onze visum maakt steekt net niet haar tong uit ter concentratie. Het resultaat van een uur knippen plakken vinden wij perfect. Als we onze paspoort met visum hebben mogen we door. Bij de grensovergang moeten we uitleggen waar we heen geen. “Davide.” De beambte begrijpt ons niet. We snappen dat wij een dialect hebben dus we spreken het op alle mogelijke verschillende manieren uit. Het lijkt bijna op een quiz; ‘Op hoeveel verschillende manieren kunt u deze plaatsnaam uitspreken?’ Op dit moment is het nadeel alleen dat we niet verder mogen als hij ons niet begrijpt. We pakken de kaart er maar bij en wijze het aan. De plaats bestaat volgens de ambtenaar niet, ook al staat deze op de kaart. Op alle mogelijk manier laten we de kaart zien en we blijven het op alle mogelijke manieren uitspreken, het werkt alleen niet. Het werkt op onze lachspieren. De strekking van de ambtenaar blijft echter: De plaats bestaat niet in Togo en we mogen niet verder. Dan noemen we een plaatsnaam voor Davide, die kent hij gelukkig wel, we mogen door en genieten van opnieuw een prachtig stuk nieuw asfalt waar de tolpoortjes nog niet af zijn.

In de verte, de witte gebouwen is de grens.

Waarom naar Davida? In Davida is een pineapple village. Wederom een aanrader van Tomek en Suzanne. We hadden alleen geen nummer van de gids, wel een naam. Zelf hadden we geen simkaart voor Togo dus bellen werd hem sowieso niet. Aangezien de beambte de plaats niet kenden hadden we het idee dat het een klein dorpje zou zijn. Aangekomen op locatie is het even schakelen. Het dorpje blijkt 7000 mensen te hebben die allemaal vrij zijn. De straat is vol met mensen, de muziek staat snoeihard en van alle kanten worden we aangesproken. Dat komt goed uit omdat we de gids zoeken, iedereen zegt alleen op elke vraag “oui”. Of je nu vraagt of hij de gids kent of dat we al zijn geld mogen. Het is allemaal “Oui”. We rijden wat rond maar komen geen steek verder. Ik besluit om uit te stappen en random mensen naar de gids “Isaac” te vragen. Bij de eerste is het bingo. Hij kent de man maar weet verder niets, hij weet wel iemand anders die Isaac kent. En zo volgde er een gratis toer door het dorp langs mensen die Isaac kenden maar niemand kreeg hem te pakken of wist waar hij woonde. Het niet weten zou ook te maken kunnen hebben met de palmwijn. Een goedje wat ze hier drinken als water waar een goed hoog percentage alcohol in zit. De mensen die mij hielpen roken allemaal naar alcohol uit hun giecheltje. Eindelijk was het moment daar, een jonge nuchtere vrouw weet waar Isaac woont en wil ons ernaartoe brengen. Bij aankomst bleek Isaac zelf te genieten van een vakantie. In mijn ogen heeft iedereen daar recht op, waarom hij niet. En het mooie is, er is zelfs een vervanger. Een mooie kerel die ook goed Engels spreekt (In Togo spreken ze Frans). Na alles geïnstalleerd te hebben gaf mijn maag een signaal naar mijn hersenen wat ik zelf herken als; tijd voor voedsel. Na uiteraard een verse ananas kon ik aan de kook met de befaamde rode saus. Zoals gebruikelijk maakte ik teveel, dit in het voordeel van de gids en zijn maatje. Zo werden op een mooie en warme eerste januaridag van 2020 vier magen gevuld met een verrukkelijke maaltijd met rode saus.

Na aankomst leerden we een kano ananas maken.

Er is niets beters om even te wandelen een uur nadat je goed hebt gegeten. Samen met onze gids doken we het avondleven in van het ananas dorp. De locatie waar we verblijven was buiten het dorp maar de muziek was wederom goed en duidelijk te horen. Dertig minuten rondlopen in dit uit zijn voegen barstende dorp was lang zat. Wat een prikkels in de avond. Te veel na zo’n reis en weinig slaap. We wilden niets liever dan onze tent in en snurken. Toch had ik nog een vraag aan onze gids voor we retour gingen naar Sauf. Ik zie nergens elektriciteitpalen, een paar zonnepanelen en bijna geen licht maar overal staat de muziek op standje maximaal. Hoe komen ze aan stroom? De overheid heeft het dorp nog niet aangesloten op elektriciteit, ze ‘lenen’ nu stroom van het dorp naast hun. De mensen vinden de muziek belangrijker dan licht. Voor licht kan je altijd nog je telefoon gebruiken. Uit je telefoon klinkt de muziek slecht. Dus liever de muziek op het stroomnet dan licht. Het is maar wat je makkelijk vindt. Wij mochten in ieder geval tot laat in de nacht meegenieten van de muziek dankzij het vriendelijk buurdorp die zijn stroom leende aan het ananasdorp.

Bij het ontbijt ontdekken we dat de zeer speciale broek die nergens anders te koop was dan in Daker ook prima dienst kan doen als tafelkleed, alleen dan in Togo. #kledinguitdakerisnietspeciaal

“what would you like to have for breakfast” was de vraag die ons gisteravond was gesteld. Naar ons idee kreeg de man een simpel antwoord; brood, ei (omelet) en warmwater. Boven verwachting stond het op tijd klaar. Er miste alleen een klein onderdeel, het ei. Dat was hij vergeten. Voor brood met thee doen we het ook, we hebben zelf nog wel beleg. Blijkbaar voelde hij zich toch ergens schuldig, een half uur later werd er een omelet op onze tafel gezet. Dat er heel veellll peper in zat hebben we gemerkt. Zo heet, je kan er een raket mee naar de maan sturen.

Nieuwsgierige kinderen die mee luisteren wat de gids allemaal te vertellen heeft

De ananas velden
Een huisje in het dorp

De toer door het dorp en de ananasvelden stond voor nu op het programma. De klok wees negen uur aan. Bij aankomst in het dorp was het straatbeeld rustig. We kregen uitleg over de drie verschillende soorten ananas, wat ze met palmbomen doen en hoe ze ervoor zorgen dat ze alles kunnen gebruiken. Ze gebruiken letterlijk alles van een palmboom. Als het gaat om accenten kregen wij tijdens deze toer ook een illustratie hoe moeilijk de volgende twee woorden voor een West-Afrikaan zijn in het Engels. Van de vrucht van de palmboom kan namelijk soep en zeep worden gemaakt. In het Engels soup and soap. Onze gids had er weken op geoefend om ze goed uit te spreken. Elke keer als hij het uitlegde werd gecheckt of wij hem goed hadden verstaan. “Yes, soup and soap.” Ter afsluiting van de toer stond de gin makerij op het programma. Een mooi initiatief van een lokale ondernemer. De drank vloeide er rijkelijk. Hijzelf was de grootste afnemer. Uiteraard moesten wij als toerist ook aan de alcohol. Het percentage van de alcohol was dusdanig hoog dat die van meters afstand te ruiken was. Ik wilde de man bijna vertellen dat ik geen alcohol mocht omdat ik zwanger ben. Een ander excuus om niet te drinken kennen ze hier niet. Na wat overtuigingskracht ging de man akkoord dat ik maar een klein slokje hoefde. Als ik eraan terugdenk voel ik nog mijn keel branden.

De gin stokerij
De O zo belangrijke vaten
Twee zeer nieuwsgierige mannen die niet bij onze auto weg waren te slaan. Alles werd op de foto gezet.

Gepost door:Sauf2Africa

8 reacties op “We geven het toe, het reizen is zwaar

  1. Wat een Oud en Nieuw in Afrika. Dat zullen jullie niet gauw vergeten. Wat een mooie broek/tafelkleed van Lisa. Dat zei Romy ook al wat een leuk tafelkleedjesbroek. Het blijft een spannende en vermoeiende reis. Ik vind het niet raar dat jullie nu zeggen en toegeven dat het zwaar is. Want dat is het! Maar jullie gaan door naar Kaapstad. Af en toe maar een pauze inlassen. Dat is de eindbestemming.

    Geliked door 1 persoon

  2. Grote kans dat de stof voor respectievelijk, het tafelkleedje dan wel de rok, geweven is in Almelo 🙂
    Komt bekend voor: een geregeld huishouden en dagelijks leven kosten minder moeite dan hier elke dag alles weer voor elkaar te krijgen! Bepaald geen vakantie! Maar wat een ervaring!
    Groetjes, Margreet.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.