De douane laten we achter ons. We zijn nog geen vijf kilometer onderweg en zien een auto aankomen rijden waarvan mijn hartslag omhoog gaat. Het is een beeld dat ik op tv heb gezien. Allemaal zwaarbewapende mannen in een Toyota pick-up. We gaan langzamer rijden als we zien dat zij stoppen, uit de pick-up springen en zich verspreiden over de weg. Allen wapens zijn nu duidelijk zichtbaar. Eén van hen heeft een rocket launcher in zijn hadden. Als we dichterbij komen worden de wapens niet gelijk op ons gericht maar staan de mannen wel op scherp. Het zijn er ongeveer tien. We krijgen een stopteken. We stoppen. Van vriendelijkheid is geen sprake. Het zijn commando’s die we opgedragen krijgen. Dit is een andere controle dan anders. Alle papieren worden doorgenomen en de auto wordt systematisch onderzocht. Alles is in orde. Nu krijgen we een uitleg. We hebben kennisgemaakt een speciale eenheid van het leger die op patrouille is in het grensgebied. Alle ‘bijzondere’ auto’s worden gecontroleerd. Dat het een bijzondere eenheid is en goed getraind was duidelijk te zien. We mogen in ieder geval weer verder met een bijzondere ervaring.
Waar we even bang voor waren tijdens de controle was dat we nog geen stempel hadden gekregen in het paspoort voor het ingaan van onze visum in Ivoorkust. De Douane zet alleen stempels voor de auto. De politie is voor de paspoorten. De eerste politiepost was pas 30 kilometer na de grensovergang. Als we bij de politiepost aankomen zien we drie politieagenten als hangende luiaards in een stoel. Ze hebben er vandaag geen zin in. We laten onze paspoorten zien. Er wordt voor de routine nog even in de auto gekeken maar dan krijgen we wuivend gebaar dat we door mogen rijden. Een stempel is niet nodig, zegt de politieman met de hoogste rang. Als we terug naar de auto lopen kijken we elkaar aan en hebben er geen goed gevoel bij. We willen een stempel. We draaien om en vragen om een stempel. Ik zie een van de politieagenten kijken ‘ook dat nog.’ Langzaam komt één van de drie overeind en loopt naar het hutje waar de stempels liggen. De stempels blijken al in geen jaren gebruikt te zijn. Het kost ze moeite om te ontdekken hoe de stempels werken waarop je datum kan verstellen. We hebben de tijd, dus we wachten wel. In de afgelopen weken hebben we gemerkt dat bemoeien met dit soort zaken geen positieve uitwerking heeft. Als de juiste datum eenmaal gevonden is blijkt de inkt op. Gelukkig is er nog een reservepotje inkt maar ook dat is ingewikkeld. Hoe vul je een stempelkussen? Al met al zijn we na meer dan een halfuur een stempel rijker.

We zijn opzoek naar een koele plek om te overnachten. De bossen worden door natuurliefhebbers ook wel de natuurlijke airco genoemd. Dat willen we graag ondervinden. Een nacht minder zweten zou erg prettig zijn. Als we voor vandaag genoeg gereden hebben besluiten we opzoek te gaan naar zo’n plek in het bos. Deze was snel gevonden en bij het uitstappen merk je gelijk de koelte. Heerlijk. Keerzijde is wel dat muggen deze plek ook ambiëren. We doelen de koelte dan ook graag met de muggen, vanuit onze tent. Veilig achter het gaas.

De stad Man ligt op een hoogte van 1200 meter. Het is een locatie waar het over het algemeen wat koeler is en waar je mooie wandelingen kan maken door de heuvels. De aldaar vallende waterstromen (watervallen) zouden het bezoeken waard moeten zijn. De weg naar Man is een toppertje. We komen dan ook veel eerder aan dan verwacht. Bij een luxe hotel mogen we gratis op het parkeerterrein staan om te overnachten. Tegenprestatie is dat we gebruik maken van het restaurant. Prima deal. Goed eten in ruil voor gratis slapen doen we graag. De volgende ochtend hebben een forse wandeling op de planning staan, goed voedsel zal ons lichaam dan ook waarderen. We duiken vroeg onze tent in om bij ochtendgloren de eerste stappen te zetten naar Le dant de Man. Oftewel, het hoogste punt van de omgeving Man.

Wakker worden door de wekker is iets wat we lang niet meer hebben meegemaakt. Je kan bijna zeggen dat het iets nieuws is waarvan we niet willen weten wat het is. We zitten om 6:45 aan een voortreffelijk ontbijt. Het is een lopend buffet. Deze luxe hebben we lang niet meer gehad. Zoals ik het meestal zeg tijdens deze reis “lekker man!”. Later dan gewild, we zijn in de ochtend nu eenmaal niet de snelste, vertrekken we richting Le dant de Man. Het is 8:20 uur als we de eerste stappen zetten. In de lokale supermarkt slaan we nog wat eten in en zoeken een taxi. Het pad naar de heuvel begint in een klein dropje. Dit dorpje is berucht omdat de jongeren van dit dorpje een fors geteld bedrag vragen aan toeristen voordat ze het pad naar de heuvel in kunnen slaan. Door de overheid is deze werkwijze niet toegestaan maar niemand doet er wat aan. We stappen uit de taxi en zetten koers richting het pad dat ons moet brengen naar de top. Onze taxi was al vanuit de verte gespot, de jongeren stonden ons dan ook op te wachten. De manier waarop ze ons benaderen is niet top maar het is niet agressief. Duidelijk is wel dat ze geld willen. We spelen de domme toerist maar als snel wordt de sfeer toch iets grimmig. Vooraf hadden Lisa en ik afgesproken als de sfeer grimmig zou worden we een bepaald bedrag zouden betalen. We geven aan dat we willen betalen en de sfeer is gelijk een stuk positiever. We willen alleen wel een bewijs dat we betalen en een foto met de personen bij wie we betaald hebben anders zijn we over een paar honderd meter weer het bokje bij de volgende. Een bonnetje willen ze nog wel uitschrijven maar op de foto… dat niet. We merkten wel dat ze gevoelig zijn voor het geld. Ze proeven dat ze het snel zullen ontvangen als nu zij niet te moeilijk doen. Ze stemmen in en zo geschiede. We konden onze weg naar de top vervolgen.

Volgens mij heb ik eerder geschreven dat het hier warm is. Vaak te warm om iets te doen. Ondanks dat we rond de 1200 meter hoogte zitten is het verstikkend warm. Onderweg zweten we als een otter. We vorderen langzaam.

De uitzichten die we te zien krijgen zijn prachtig en zijn een beloning voor onze inspanning. Het laatste stuk naar de top is bijna een beproeving. Het pad is slecht, stijl en de hitte begint zijn tol te eisen. In de ochtend hebben we voor vertrek veel water gedronken en we hebben 2,5 liter water per persoon maar dat blijkt eigenlijk een rantsoen te zijn met deze hitte. Desondanks, we bereiken de top. Ik wring mijn t-shirt uit en het water stroomt eruit. Trots op onze prestatie genieten we van het uitzicht en ploffen we op de stenen om uit te rusten.



We laten de indruk van de omgeving op onze hersenen inwerken. Het laatste stuk naar de echt top is helemaal slecht. Lis besluit het laatste stukje niet te doen. Ik ben te nieuwsgierig en ga naar de top. Terwijl ik omhoog loop moet ik door een paar struiken. Zodra deze struiken mijn benen raken krijg ik een jeuk aanval waar je iemand gek mee kan maken. Het is alsof ik in een bos brandnetels ben gesprongen keer tien. Het weg wrijven met andere bladen, weg schrapen met takken of met mijn sok, niks helpt. Ik word er gek van. Op de top neem ik snel een paar kiekjes en loop weer terug naar Lis. Met wat water spoel ik mijn benen af en verdwijnt de jeuk. We kunnen beginnen aan onze afdaling.

De tocht naar beneden is pittig maar verloopt soepel. We kunnen kiezen om terug te lopen naar het dorp of een langere wandeling om de heuvel heen naar een waterval. We zijn compleet doorweekt van het zweet en een verfrissende duik bij de waterval klinkt als muziek in de oren. Dat we iets langer moeten lopen maakt nu niet meer uit. Moe zijn we toch wel. De route naar de waterval is alleen lastiger dan verwacht. Het is dwars door de jungle en het pad is slecht begaanbaar. Zonder GPS hadden we het niet gevonden. Lis haalt ook nog een nat voetje door uit te glijden en sopt vervolgens vrolijk verder met een natte linkervoet.

Voor Ivoorkust is de houtkap een belangrijke bron van inkomsten. Tijdens onze toch door de Jungle lopen we langs plekken waar ze actief zijn met de houtkap. Het geluid van de zagen hoor je continue rondgalmen. Door de werknemers worden we allervriendelijkst begroet. Het werk wat ze doen kunnen we alleen minder waarderen. We lopen ook langs de akkers die door de houtkap mogelijk zijn gemaakt. Ook daar is redelijk wat bedrijvigheid en zien we dat het ook nodig is om de mensen te voorzien van voedsel. Toch is het zonde dat er zoveel bos verloren gaat.
Na 2,5 uur lopen komen we eindelijk bij de waterval. Dit was zo’n waterval waarvan je denkt… is dit het? Echt zwemmen kon niet. Wel een mooie gelegenheid om even uit te puffen voor het laatste stukje. Als we onze weg vervolgen worden we ingehaald door een vrouw op slippers met een mand op haar hoofd waarin van alles in zit. We benijden deze vrouw. Lopen in deze hitte met een zwaargewicht op je hoofd met een tempo van een snelwandelaar…. We doen het haar niet na.

We naderen het einde van het pad maar voordat het er echt opzit worden we door de lokale bevolking tegen gehouden. De gebaren met de handen is een bekende, ze willen geld. De uitleg en het bewijs dat we al betaald heben, doet hun weinig. Het is ons probleem dat we in de ochtend betaald hebben, niet hun probleem. Nu moeten we opnieuw betalen. Aangezien ik deze situatie al had verwacht hadden we voorzorgsmaatregelen getroffen. Ze leggen uit dat we moeten betalen voor de waterval. Wij leggen uit dat we niet bij de waterval geweest zijn, alleen naar de top. Ze hebben geen bewijs dat we bij de waterval zijn geweest. Ik laat een rits foto’s zien van wat we vandaag hebben gedaan zonder de foto’s van de waterval. Dan wordt er een akkoord gegeven dat we niet hoeven te betalen voor de waterval maar wel voor het gebruik van de weg, een bospad. De prijs bedraagt hetzelfde. We vinden het vreemd dat we eerst moeten betalen voor de waterval en nu voor de weg. Ook hier laten ze spanning hoog oplopen maar ik ben moe en heb geen zin om te betalen voor iets wat we al hebben betaald en eigenlijk helemaal niet hoeven te betalen. De uitleg dat je met een oud politieagent geen grappen over dit soort dingen hoeft uit te halen maakt bij een deel van de aanwezige indruk. De andere aanwezigen houden voet bij stuk en worden boos. Maar als zij boos kunnen worden kan ik het ook. Dat lijkt iets meer indruk te maken. Het bedrag wordt al gehalveerd. Zoals eerder beschreven, we werken met twee portemonnees. In de portemonnee die we gebruiken voor dit soort aangelegen had ik al het geld eruit gehaald, behalve een versleten briefje en wat kleingeld. Ik pak mijn portemonnee en laat zien dat we ook geen geld meer hebben behalve wat munten en het briefje. Ze worden nog meer geprikkeld. Ik wil ze het versleten briefje geven maar daar wordt voor bedankt. Ze willen dan wel de paar munten. Die mogen ze hebben, dat is toch niks waard en we mogen verder.

We zijn opzoek naar een taxi terug naar huis. Deze is alleen lastig te vinden omdat het einde van de dag is. Dan willen de taxi’s niet meer terug de stad in, waar het hotel is. We zien een dure 4×4 auto aankomen rijden en naast ons stoppen. We worden in redelijk Engels aangesproken: of we naar de top zijn geweest van de Le dante Man. “Oui”. Het betreft een filmploeg die onderweg naar de berg is om de volgende dag een rapportage te maken over de omgeving. Het betreft de nationale televisiezender (onze Nederland 1). Het verzoek of we in het Engels willen vertellen hoe onze trip is geweest. Dat willen we uiteraard. En zo worden we gefilmd voor een rapportage over de befaamde berg.

Als we verder lopen vinden we alleen nog steeds geen taxi. We lopen we helemaal terug naar het hotel. Stip om 17:00 zijn we weer binnen. Mijn telefoon heeft 28000 stappen geteld. We zijn bekaf. In het restaurant schuiven we snel wat naar binnen en gaan horizontaal. Lis valt binnen een seconde in slaap. Mij lukt het niet om de slaap te vatten. Met te veel adrenaline in mijn bloed staar ik tot laat in de nacht naar de sterren.

Tjonge wat een verhaal weer. Ik geniet er van 👍
LikeLike
Pfff…..Wat spannend weer allemaal.
Gelukkig weer zonder kleerscheuren de dag doorgekomen.
Het uitzicht is schitterend, maar je moet er wel héél veel voor over hebben .
LikeLike
😱😳
We gaan langzamer rijden als we zien dat zij stoppen, uit de pick-up springen en zich verspreiden over de weg. Allen wapens zijn nu duidelijk zichtbaar. Eén van hen heeft een rocket launcher in zijn hadden. Als we dichterbij komen worden de wapens niet gelijk op ons gericht maar staan de mannen wel op scherp. Het zijn er ongeveer tien.
LikeLike
Filmploeg 😂
Ontbossing 😔
Voor Ivoorkust is de houtkap een belangrijke bron van inkomsten. Tijdens onze toch door de Jungle lopen we langs plekken waar ze actief zijn met de houtkap. Het geluid van de zagen hoor je continue rondgalmen.
LikeLike