Als we om ons heen kijken is het mistig. Vandaag is het 7 november. Een bijzondere dag. We zijn twee maanden on tour. De afgelopen twee weken merken we dat we meer en meer in de flow komen. We laten ook steeds meer de dingen los vanuit Nederland. Een paar dagen geen internet, geen probleem. Een paar dagen vieze kleren aan, ook dat kan. Droog brood eten omdat het beleg op is, ook goed. Niet kunnen douchen, het zij zo. Slapen in een tent met een luchtvochtigheid van 90%, wij doen onze oogjes wel dicht. De standaard des levens gaat door een reis als deze naar beneden. We zijn sneller tevreden. We zijn al blij als we even gebruik kunnen maken van onze eigen douche na een dag rondlopen als een verzopen kat door de hitte. Beide vinden het heerlijk zoals het nu gaat. Wat mij verder goed bevalt is dat ik de afgelopen twee maanden ook geen nieuws heb gevolgd. In Nederland was ik een trouwe nieuwskijker. Maar nu, twee maanden zonder nieuws heb ik niet het gevoel dat ik iets mis. Sterker nog. Ik wil het niet te weten. Vaak is het toch maar deels waar of gedramatiseerd. Ik lees liever een boek of schrijf de blogs. Tevens ervaren we meer geluksmomenten. Het gevoel van; het is mooi om te leven, te reizen en samen op pad te zijn. Het gevoel van geluk, zo zou je het ook kunnen beschrijven. Als we terugkijken op de afgelopen twee maanden zijn we, gelukkig. Blij met de keuze dat we deze reis maken en de dingen die we doen.

Op het geluksgevoel zit een klein smetje. Lisa haar maag heeft moeite met het eten van de afgelopen dagen. De medicijnen komen goed van pas, alleen het lichaam heeft toch minder energie. We starten rustig op. De mist trekt langzaam weg en pakken de boel in. We willen naar een Frans project in National park Haute Niger. Eerst willen we opladen voor we het avontuur weer gaan opzoeken. We kiezen een hotel uit waar we ook mogen kamperen. De staat van de weg ernaartoe zal ik maar niet meer beschrijven. Het was 120 kilometer rijden en we deden er meer dan vier uur over. Onze trekhaak zit er gelukkig nog aan. Ter plaatse worden we, zoals in het vorige blog beschreven, getrakteerd op de kinderen. In de avond worden we ‘uitgenodigd’. We interpreteerde het eerder als een moetje, om in het restaurant te eten. Waarom ook niet? De afgelopen dagen hebben we genoeg gekookt. De menukaart, die hebben ze niet. Het is kip met friet. Ik vraag of er nog groenten bij kunnen. “Dat kan, we hebben ui.” “Doe die er dan maar bij.” Als het bord wordt geserveerd grap ik nog tegen lis, die gelukkig aan het herstellende is, “als ik morgen niet aan de schijt ben is mijn maag een kanjer en klaar voor de rest van de reis door Afrika”. Na een rumoerige nacht, het hotel is aan de rand van de stad, word ik wakker. Het is 07:00 uur. Rond mijn endeldarm krijg ik een dusdanig gevoel waar ik niet vrolijk van wordt. Ik grijp naar het wc-papier, sprint de tent uit en ben voor de komende uren zoet op het toilet. Mijn maag is toch niet zo sterk als gedacht.
Een bezoek brengen aan een natuurpark park klinkt in de Nederlandse oren vrij simpel. Een bezoek brengen aan een project waar ze chimpansee re-integreren zou al lastiger klinken maar haalbaar. In Guinee ligt het wat gecompliceerder. We hadden een adres op internet gevonden waar we naartoe moesten om toegang te krijgen voor het betreden van park Haute Niger. Daar aangekomen weet iedereen van niets. We blijven vragen en opeens gaat er bij iemand een lampje branden. We worden doorverwezen naar een persoon uit de hogere echelons. Gezien zijn luxe kantoor zou je zijn status kunnen vergelijken met de burgemeester van Utrecht. Hij begrijpt ons in ieder geval maar wij begrijpen hem nu niet. We worden namelijk naar het zuiden gestuurd terwijl het park en de aapjes in het noorden zijn. Hij schrijft twee locaties voor ons op. Eén om de toegangsbewijzen te halen en twee waar de toegang tot de aapjes bevindt. Het is 15 kilometer rijden naar het zuiden, dus niet naar het noorden, om de kaarten op te halen. Daarnaast geeft hij zijn visitekaartje. Eenmaal aangekomen in het dorp waar we de kaartjes zouden moeten halen ziet het er prachtig uit. Veel lemen hutjes en een gezellige dorpssfeer maar niemand heeft een idee wat we komen doen. Er wordt een klein dorpsberaad belegt. We zijn in het verkeerde dorp, wat wij gezien de constantie al doorhadden. Toegangsbewijzen kunnen we hier dus niet halen. Ze leggen, doen een poging tot, uit waar we heen moeten. Het lastige is dat de meeste mensen geen kaart kunnen lezen in deze contreien en al helemaal niet vanuit een mobiele telefoon of Ipad. Een competentie die hier nog vervaardigd doen te worden. We merken ook op dat de dorpsnamen anders worden uitgesproken dan dat wij ze lezen of uitspreken. Dat maakt het er ook niet makkelijker op. Wel is het bijzonder om te zien hoeveel mensen ons willen helpen. Dat geeft een fijn gevoel. Na vijftien minuten begrijpen we de strekking van het verhaal; we moeten gewoon gaan rijden richting de aapjes.

Het hobbelt, bobbelt, glijdt en schuift over de weg. Het is Sauf onderweg naar appjes met ons, wederom als metgezel in de auto. De weg is niet tof en we zijn al ruim twee uur onderweg, zonder echt een idee te hebben waar het eindigt. Bij een controlepost mogen we stoppen, ja ook hier in de middle of knowwhere. Uitleggen dat we onderweg zijn naar de chimpansees levert weinig reactie. Het visitekaartje dat we deze ochtend verkregen maakte meer duidelijk. We mogen gelijk doorrijden. Een halfuur later mogen we stoppen voor een militair. We leggen ons chimpansee verhaal uit. Er gaat bij hem gelijk een belletje rinkelen en stapt op zijn motor. We mogen hem volgen. Tijdens het starten van zijn motor zet hij nog even een groepje kinderen vol in de rook, wat hun weinig lijkt te deren. Inmiddels volgen we de militair al een uur op zijn motor. De omgeving is prachtig, de weg blijft ruk maar het wordt er wel steeds spannender op waar we nu gaan uitkomen.

De motormilitair slaat linksaf. We volgen hem. We zien een militairkamp midden in het bos. Een soldaat of acht hangt onderuit gezakt op een bankje. Eén soldaat staat op. We moeten de auto volgens duidelijke instructies parkeren. Ik vraag mij af waarom, maar het moet. We mogen een oudere militair volgen naar een ontvangstruimte. We leggen onze aanwezigheid uit. De toegangskaarten tot het park kunnen we hier verkrijgen, dat is heel mooi. We kunnen hier ook de nacht doorbrengen want het is te laat om nog door te rijden naar de aapjes. Inmiddels is het iets na 14:00 uur. We zijn al 4 uur onderweg en vinden het ook prima voor vandaag. En buiten dat, hoe veilig wil je het hebben? Slapen op een militair terrein. Ik voel uit het niets nog een laatste aandrang vanuit mijn endeldarm en trek een sprintje naar de wc. Het was al een paar uur naar alle tevredenheid goed gegaan. Terwijl ik de wc-ruimte aan het inspecteren ben hoor ik buiten opeens een hoop harde bevelen. Gezien de huidige bezigheid en de darmflora kan ik niet echt snel die kant op vertrekken. Als ik terugkom verteld Lisa dat er een belangrijk iemand is gearriveerd. Iedereen schoot voor de man in de houding. Ik zie een klein grappig mannetje met een grote bierbuik. Hij werd aangesproken als generaal. Uiteraard krijgen wij ook een hand van de beste man. In het kamp merk je zijn aanwezigheid. We voelen ons nog veiliger.

We klappen de boel uit en worden uitgenodigd om onze blik te wagen in het museum. Het is 5 minuten lopen maar worden gewaarschuwd voor de cobra slangen in dit gebied. “Er zitten er hier nogal veel”. We zullen uitkijken. Alvorens het museum te betreden wordt het gebouw gecheckt op slangen. Een museum kunnen we het alleen niet noemen. Het is een rond gebouw met daarin een kast met botten, van voornamelijk de nijlpaard (die nog steeds in dit gebied voorkomt) en vissen op sterkwater uit de rivier de Niger. Het was een vluchtig museumbezoek. Binnen een vijftal minuten staan we weer buiten en zijn we op de terugweg.

Er komt een Toyota aanrijden met een blanke erin. Dat zie je hier niet veel. Nieuwsgierig als we zijn lopen we wat dichter naar de auto. Het betreft de manager van het project van de chimpansees, we krijgen vriendelijk een hand maar meer zit er niet. We horen de militairen uitleggen dat we morgen bij het project komen kijken maar er volgt geen reactie. Voor nu vinden we het wel best.
Twee militairen zijn aan het voetballen, of ik wil aanhaken. In de afgelopen twee maanden heb ik niks meer aan sport gedaan. Een beetje beweging kan geen kwaad. Mijn Johan Cruijf kwaliteiten wat betreft voetbal zijn niet groots te noemen, maar voor dit categorie type voetbal kon ik meekomen. Na een uur ben ik compleet doordrenkt en bek af. Ik ben wederom nog natter dan een duik in het zwembad. Lisa zit mij vies aan te kijken, “je stinkt.”

Helemaal Africa! I Like!
LikeLike
Mooi 👍🏻👍🏻👍🏻
Het gevoel van geluk, zo zou je het ook kunnen beschrijven. Als we terugkijken op de afgelopen twee maanden zijn we, gelukkig. Blij met de keuze dat we deze reis maken en de dingen die we doen.
LikeLike